Peaks›Blog›Interviews›Blou (38): "Ik heb het geluk dat ik uit een rijke familie kom"
Blou (38): "Ik heb het geluk dat ik uit een rijke familie kom"
27 februari, 2018 - door Floor
2 minElke maand interviewen we mensen over hun financiën. Aan de hand van persoonlijke verhalen laten we zien hoe mensen over geld denken en ermee omgaan. Deze keer: Blou, streetfoodchef en eigenaar van Mr Blou I Love You.
“Toen ik bij mijn vorige werkgever promoveerde tot chef manager was ik ineens verantwoordelijk voor de inkoop, het personeel en de contacten met onze grootafnemers. We verzorgden lunches voor congressen. Soms wel 1.200 maaltijden op een dag. Maar dat wat ik het leukste vond, koken, deed ik niet meer.
Zeven weken heb ik het volgehouden, toen werd het me teveel. Ik raakte gestrest, begon te trillen en te huilen, ben weggegaan en nooit meer teruggekomen. Ik kreeg voor anderhalf jaar salaris mee en besloot te gaan reizen. In Singapore ontmoette ik een man die kwalitatief hoogstaand eten bereidde, gewoon op straat. Echt Michelinster-waardig eten. Toen dacht ik: dat ga ik ook doen, maar dan in Amsterdam.
Over geld hoef ik me nooit zorgen te maken
Vijf maanden is mijn streetfood kiosk “Mr Blou I Love You” nu open op de Elandsgracht, en ik heb nog nooit zo veel plezier gehad in mijn werk. Het concept is gewoon goed eten. Kook je met de beste producten dan heb je geen liflafjes of extraatjes nodig. Je kunt een wortel laten smaken naar saffraan, gember of sinaasappel. Maar je kunt de wortel ook houden zoals ‘ie is: een prachtige, goed smakende wortel. Toen ik werkte in sterrenrestaurants als het Okura en Bridges deed ik dat eerste vooral. Nu houd ik het liever simpel en puur.
Over geld hoef ik me nooit zorgen te maken. Ik verdien nu genoeg om goed van te kunnen leven. Daarnaast heb ik het geluk dat ik uit een rijke familie kom. Mijn grootvader is de grootste producent van olijfolie en wijn in Italië. En toen ik twaalf jaar geleden besloot om naar Amsterdam te komen, kocht mijn moeder een huis voor mijn kinderen en mij. Over mijn pensioen denk ik niet na, dat komt wel goed. Bovendien denk ik dat ik zal blijven werken tot ik écht niet meer kan. Als ik kook dan voel ik dat ik leef.”