Peaks›Blog›Interviews›Belasting over box 3: dit gaat er veranderen
Het is weer maart, en dat betekent: tijd voor de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting! Waar de een snel door vooraf ingevulde velden heen zoeft, zit een ander uren vakjes in te vullen. In welke categorie jij ook valt, als Peaks-klant krijg je (mogelijk) te maken met belasting over box 3. En daarin gaat iets veranderen. We spraken erover met Steef Cobben, manager Inkomensheffingen bij de Belastingdienst.
Boxen met belastingen
Je weet waarschijnlijk wel dat het Nederlandse systeem voor inkomstenbelasting bestaat uit boxen, waarvan box 1 en 3 de bekendste zijn. Maar toch nog even: in box 1 wordt je inkomen uit werk en woning belast, in box 3 het voordeel dat je uit spaargeld en beleggingen hebt gehaald – zoals aandelen, een tweede huis en cryptomunten.
“We hebben in Nederland geen vermogensbelasting,” benadrukt Cobben nog maar eens. “Want niet je vermogen zelf wordt belast, maar het rendement dat je hierop hebt behaald. Daarom hebben we het bij box 3 ook over ‘vermogensrendementsheffing’, en niet over ‘vermogensheffing’.” Goed om dat nog even scherp te hebben.
Niet al het vermogen wordt belast
Ook goed om te herhalen: je betaalt pas vermogensrendementsheffing als je totale vermogen boven een bepaald bedrag uitkomt. “Alles daaronder is je ‘heffingsvrij vermogen’, daar betaal je geen belasting over,” legt Cobben uit. De hoogte van het heffingsvrij vermogen verandert elk jaar. Op de site van de Belastingdienst vind je de actuele bedragen. Afhankelijk van de hoogte van jouw vermogen, wordt het rendement op je Peaks-beleggingen dus wel of niet belast.
Box 3: tussen twee systemen in
Er is iets aan het veranderen in box 3. “We zitten in een overgangsfase,” legt Cobben uit. “Van het ene systeem naar het andere.” Om het verschil uit te leggen, neemt hij ons mee terug in de tijd. “Eerst naar 2001, toen politiek besloten was dat box 3-heffingen voortaan met fictieve rendementen werden berekend. Niet meer het échte rendement op je vermogen telde, maar een algemeen, jaarlijks gemiddelde voor sparen en beleggen. Daarmee werd de rendementsberekening voor iedereen hetzelfde: 4% van het vermogen. Dat maakte het aangifteformulier eenvoudiger, net als de uitvoering door de Belastingdienst.”
Fictieve vermogensmix mag niet meer
In 2017 kwam daar – ook door een politiek besluit – nog een fictieve parameter bij. Cobben: “Vanaf dat jaar gingen we ook uit van een fictieve verdeling tussen spaargeld en beleggingen – de zogenaamde ‘vermogensmix’.” Maar die manier van rekenen kwam onder vuur te liggen. Cobben: “Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat deze methode juridisch niet juist is. Vanaf 2017 stond in de wetgeving een vaste verdeling tussen spaargeld en beleggingen. ‘Als je vermogen hoger is, zul je meer belegd hebben,’ was de aanname. Maar doordat rendement uit beleggingen zwaarder wordt belast dan rendement uit spaargeld, ongeveer 4% versus 0-0,3%, waren spaarders relatief duurder uit dan beleggers. In feite betaalden spaarders belasting over rendement dat ze nooit hadden behaald. En andersom betaalden mensen met veel beleggingen minder belasting dan ze op basis van de werkelijke verdeling zouden doen.”
Bij je aangifte over 2022 hanteren we twee berekeningen. Eentje op basis van het oude systeem, met fictieve rendementen en een fictieve vermogensmix. En eentje op basis van de werkelijke verdeling tussen je spaargeld en beleggingen, ook wel de ‘forfaitaire spaarvariant’ genoemd.
Belastingjaar 2022: twee rekenmethodes tegelijk
In het huidige coalitieakkoord staat dan ook dat we weer teruggaan naar een systeem op basis van reële rendementen. Dat moet in 2026 worden ingevoerd (en betekent onder andere dat het aangifteformulier misschien ingewikkelder wordt). “Tot die tijd zitten we in een overbruggingsfase,” legt Cobben uit.
“Bij je aangifte over 2022 hanteren we twee berekeningen. Eentje op basis van het oude systeem, met fictieve rendementen en een fictieve vermogensmix. En eentje op basis van de werkelijke verdeling tussen je spaargeld en beleggingen, ook wel de ‘forfaitaire spaarvariant’ genoemd. De uitkomsten vergelijken we met elkaar en we passen het meest voordelige resultaat toe.”
Alleen nog reële mix in 2023
Vanaf belastingjaar 2023 wordt er alleen nog met de werkelijke vermogensmix gerekend. Heb je verhoudingsgewijs veel beleggingen ten opzichte van spaargeld? Dan kan het zijn dat je (iets) meer vermogensrendementsheffing moet betalen. “Maar het verschil wordt pas echt duidelijk zichtbaar bij zeer grote bedragen,” verwacht Cobben.
Jaaroverzichten helpen je erdoorheen
Tot slot: zie jij op tegen je belastingaangifte? Dan heeft Cobben een tip. “Pak voor je begint al je jaaroverzichten erbij. Als het goed is, hebben alle relevante instanties die naar je toegestuurd: je bank, je werkgever, je pensioenverzekeraar, je beleggingsuitvoerder, enzovoorts. In de jaaroverzichten staat alle informatie die je voor je aangifte nodig hebt overzichtelijk op een rij. En verder: ga er goed voor zitten – samen met je partner, als je die hebt – en loop rustig het formulier door.”
Hier vind je je Peaks-jaaroverzicht
Check voor het jaaroverzicht van Peaks je mailbox: we hebben het op 16 februari naar je verstuurd. Kun je het toch niet vinden? Neem dan contact op met onze klantenservice. Succes met je aangifte!
Weet dat je met beleggen risico neemt en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.