Peaks›Blog›Geld›De invloed van Belastingplan 2020 op je portemonnee
Volgens het kabinet gaan de meeste mensen er binnenkort op vooruit dankzij de nieuwe belastingregels die eraan komen. Ja, het huidige belastingstelsel gaat op de schop! Op 17 december heeft de Eerste Kamer gestemd voor het Belastingplan 2020. Hierdoor verandert het een en ander.
Waarschijnlijk weet je wel dat de Belastingdienst de lonen in Nederland over vier belastingschijven verdeelt. De schijf bepaalt welk percentage van je belastbaar inkomen je moet afdragen. Het belastbaar inkomen is je bruto loon minus aftrekposten, zoals hypotheekrenteaftrek, lijfrenten of reiskosten voor het openbaar vervoer.
Hoe meer je verdient, hoe meer schijven je in terecht komt en hoe meer belasting je betaalt. Als je een modaal inkomen hebt en per jaar €36.000 belastbaar inkomen verdient, betaal je bijvoorbeeld op het moment €13.420,42 aan inkomstenbelasting.
Als je meer dan €68.508 verdient betaal je 51,75% over elke euro boven dat bedrag.

Deze getallen gelden alleen voor mensen die (nog) geen AOW ontvangen. Voor mensen met AOW zijn de belastingen lager.
Overstap naar een tweeschijvenstelsel
Maar, dat er vier schijven zijn mag je weer vergeten. Vanaf januari wordt namelijk het Belastingplan 2020 ingevoerd. Het doel hiervan is onder andere om werken lonender te maken.
En zo wordt het vierschijvenstelsel versimpeld: er vallen twee schijven af en de mensen die tot €68.508 verdienen en mensen die meer verdienen worden over twee schijven verdeeld.
Dan ziet de berekening voor mensen met een belastbaar inkomen van €36.000 er zo uit:

Deze getallen gelden alleen voor mensen die (nog) geen AOW ontvangen. Voor mensen met AOW zijn de belastingen lager.
Uiteindelijk moet je dan dus €13.446 betalen, iets meer dan in 2019. Dat mensen met een laag inkomen een hoger percentage over hun belastbaar inkomen moet afdragen, wordt opgevangen door een hogere arbeidskorting en algemene heffingskorting.
Korting op inkomstenbelasting
Wanneer je een baan begint vraagt je nieuwe werkgever altijd of hij/zij loonheffingskorting moet toepassen. Loonheffingskorting is een korting op je inkomstenbelasting die je ontvangt als je minder dan een bepaald bedrag verdient. Je hoeft hier niets voor te doen, omdat je werkgever er al rekening mee houdt wanneer hij je uitbetaalt.
Onder deze loonheffingskorting vallen de algemene heffingskorting en arbeidskorting. Deze gaan allebei omhoog, zodat je meer overhoudt onder de streep.
De algemene heffingskorting ontvang je als je boven de 18 jaar oud bent en inkomstenbelasting betaalt, ook als je niet werkt en je bijvoorbeeld gepensioneerd bent of uitkering ontvangt. Deze korting krijg je als je tot €68.508 verdient.
Daarnaast gaat de arbeidskorting omhoog. In tegenstelling tot de algemene heffingskorting is deze alleen van toepassing als je betaald werk doet. Je hebt recht op arbeidskorting als je niet meer dan verdient dan €98.604.
Een volledig overzicht van inkomens en de bijbehorende belastingen en loonheffingskortingen, vind je hier.
De maximale algemene heffingskorting gaat in 2020 met €234 omhoog naar €2.711 en bouwt af naarmate je meer verdient. Als je tot €20.711 verdient krijg je het volle bedrag en met elke euro meer daalt de algemene heffingskorting met €5,672%.

De arbeidskorting hangt af van de hoogte van je inkomen. Mensen die tussen de €34.060 en €90.710 verdienen gaan er het meeste op vooruit: hun arbeidskorting stijgt met €473,64.
Of je er werkelijk op vooruit gaat hangt natuurlijk af van je persoonlijke situatie. Maar mocht je elke maand meer overhouden, dan is het slim om na te denken over wat je met het geld gaat doen.
De meeste mensen gaan ernaar leven, wanneer ze meer geld in hun zak hebben. Maar budgetcoach Eef van Opdorp raadt aan om het extraatje opzij te zetten. Je hebt namelijk al aan jezelf bewezen dat je met minder kan leven. Misschien komt het later meer van pas dan als je het nu over de toonbank smijt.