Hoeveel mag je belastingvrij sparen in 2022 en 2023?

We leven in financieel onzekere tijden, denk maar aan de oorlog in Oekraïne, de hoge inflatie en de torenhoge energieprijzen. Niet verwonderlijk dus dat mensen liever geen onnodig risico nemen en nu kiezen voor sparen in plaats van beleggen. Dit is een logische gedachte, maar houd er wel rekening mee dat je met beleggen op de langere termijn hogere rendementen kunt behalen. Kiezen voor een combinatie van sparen en beleggen is daarom een slimme stap die je kunt zetten om je risico te spreiden. Maar om terug te komen op sparen: hoeveel mag je eigenlijk sparen zonder dat je er belasting over betaalt? En welke veranderingen staan er op stapel voor 2023? Deze en andere vragen beantwoorden we in deze blog.

Box 3 en de belastingvrije voet

Zoals je waarschijnlijk wel weet, betaal je alleen belasting in box 3 als je vermogen boven een bepaalde drempel komt. Lange tijd lag die drempel bij ongeveer 30.000 euro, maar er is goed nieuws: de komende jaren gaat de drempel flink omhoog, wat sparen en beleggen nog aantrekkelijker maakt. Over de exacte grenzen en wat dit voor jou kan betekenen, lees je verderop in dit artikel meer.

Blijf je onder de drempel, dan val je onder de belastingvrije voet voor spaargeld en vermogen. Je betaalt dan geen vermogensrendementsheffing, oftewel belasting over je spaargeld en vermogen. Let op: het gaat niet alleen om het saldo op je spaarrekening(en), maar ook om al je andere bezittingen: je saldo op betaalrekeningen, beleggingen en een eventuele tweede woning die je verhuurt. Eventuele schulden kun je hier weer vanaf trekken.

Wat ook interessant is om te weten: pensioensparen is vrijgesteld van vermogensbelasting. Bovendien mag je wat je inlegt op je pensioenspaarrekening aftrekken van je belastbaar inkomen.

Fictief en werkelijk rendement

Tot en met 2016 ging de Belastingdienst ervan uit dat je als spaarder 4% rendement behaalde op je spaargeld. Als je meer dan 30.000 euro spaargeld had betaalde je daar 30% belasting over. Hier kwam veel kritiek op, want in de praktijk viel het rendement meestal een stuk lager uit en betaalde je dus onterecht veel belasting. Daarom heeft het kabinet besloten de belasting over vermogen in box 3 vanaf 2017 stapsgewijs te verlagen. In 2025 wordt dan alleen nog het werkelijke rendement belast. De veranderingen tussen 2017 en 2021 zie je hieronder:

Fictieve rendementen box 3-inkomen

Soort vermogen            2017    2018    2019   2020   2021

Spaargeld                       0,25%  0,12%   0,08%  0,04%  0,01%

Beleggingen                   5,39%  5,38%  5,59%  5,28%  5,69%

Schulden                         3,43%  3,20%  3,00%  2,74%  2,46%

In 2022 wordt het fictief rendement voor sparen zelfs negatief: -0,01%. Het fictief rendement voor 2023 is nog niet bekend.

Verdeling tussen spaargeld en beleggingen

Voor spaarders is er nog meer goed nieuws: de Belastingdienst gaat nu uit van de werkelijke verdeling tussen spaargeld en beleggingen. Tot en met 2016 ging de Belastingdienst ervan uit dat je altijd een deel van je vermogen belegde en daar meer rendement mee behaalde. Daar betaalde je dan meer belasting over dan over je spaargeld, ook als je in werkelijkheid alleen maar spaargeld had. Om dit eerlijker te maken, gebruikt de Belastingdienst nu de werkelijke verdeling tussen sparen en beleggen die je opgeeft bij de belastingaangifte. Wil je weten hoe dit voor jou uitpakt? Gebruik dan het Hulpmiddel box 3-inkomen van de Belastingdienst.

Hoeveel spaargeld mag je belastingvrij hebben in 2022?

De belangrijkste vraag die je waarschijnlijk hebt, is: hoeveel mag ik dit en komend jaar belastingvrij sparen? In 2022 is dit bedrag flink verhoogd: je mag dit jaar 50.650 euro belastingvrij sparen, fors meer dus dan de 30.000 euro van vroeger. Heb je een partner, dan mogen jullie samen 101.300 euro belastingvrij sparen. Voor groen sparen en beleggen geldt een iets hogere drempel: in 2022 mag je per persoon 61.251 euro belastingvrij sparen en beleggen.

Hoeveel spaargeld mag je belastingvrij hebben in 2023?

Het exacte bedrag is nu, een paar dagen na Prinsjesdag, exact bekend: in 2023 gaat de belastingvrije spaarvoet omhoog naar 57.000 euro per spaarder.

Hoe kun je een hoger spaarrendement behalen?

Helaas levert sparen op dit moment meestal weinig rendement op. Maar je kunt wel een paar dingen doen om iets meer rendement te behalen:

1. Ga deposito sparen bij een buitenlandse bank. De rente kan dan oplopen tot 2,5%.
2. Ga sparen met een vaste inleg per maand. De rente kan dan tot 2% bedragen.
3. Een alternatief is beleggen.

Wanneer heb je genoeg spaargeld?

Hoe weet je of je niet teveel van je inkomen naar je spaarrekening overboekt? Daar is een handige formule voor, de zogenaamde 50-30-20-regel: 50 procent van je netto inkomen zou je moeten reserveren voor terugkerende uitgaven en vaste lasten, 30 procent voor je persoonlijke behoeften en 20 procent voor sparen en vermogensopbouw. Stel dat je 6000 euro per maand netto verdient. Dan reserveer je dus per maand 6000 x 20% = 1200 euro voor sparen en vermogensopbouw. Per jaar is dat 1200 x 12 = 14.400 euro. Of je daarmee belastingvrij kunt sparen, hangt natuurlijk af van het spaargeld dat je al had. Maar als je toch boven de belastingvrije voet uitkomt, profiteer je gelukkig dus wel van de versoepelingen die de overheid sinds 2017 heeft doorgevoerd.

Hoeveel spaargeld heeft de gemiddelde Nederlander?

Nederlanders zijn van oudsher behoorlijk zuinig en daarom echte spaarders. Maar hoeveel spaargeld heeft de gemiddelde Nederlander? Uit gegevens van De Nederlandsche bank (DNB) blijkt dat het totaalbedrag aan spaargeld de afgelopen tien jaar gestaag is gegroeid: in 2020 lag het al op maar liefst 326,6 miljard euro. Uit CBS-gegevens blijkt verder dat het gemiddelde huishouden in 2020 42.300 euro aan bank- en spaartegoeden bezat. Dat lijkt een fors bedrag, maar de verschillen per inkomensgroep zijn groot: vooral de rijkste huishoudens kunnen veel sparen en doen dit dan ook. Als je alle huishoudens van arm naar rijk op een rijtje zou zetten, zie je aan de rechterkant een flinke piek. De mediaan ligt dan ook niet rond de 21.000 euro, maar een stuk lager, op 14.900 euro. Het gemiddelde Nederlandse huishouden heeft dus 14.900 euro aan spaargeld, maar bedenk je wel dat het waarschijnlijker is dat iemand meer of bijvoorbeeld nauwelijks spaargeld heeft.

Logischerwijs neemt de hoeveelheid spaargeld toe met de leeftijd. Ben je tussen de 25 en 35 jaar, dan ligt het mediane spaarbedrag op 6700 euro per huishouden. Bij mensen van 85 jaar en ouder is dit gestegen tot 25.400 euro per huishouden.

Sparen én beleggen

Hoewel de regels voor sparen dus zijn versoepeld, is het slim om ook een deel van je vermogen te beleggen. Met sparen behaal je helaas nog steeds een erg laag rendement, en vanaf een bepaalde drempel brengen sommige banken zelfs negatieve rente in rekening. De meeste banken rekenen een negatieve rente bij spaarbedragen boven de 100.000 euro. Maar ook als je daaronder blijft, is beleggen met Peaks een slimme zet, want je kunt er op lange termijn een veel hoger rendement mee behalen. Beginnen met beleggen? Dat kan heel eenvoudig en laagdrempelig via de Peaks-app.

Weet dat je met beleggen risico neemt en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.