Peaks›Blog›Financiële vrijheid›Gevolgen van lage rente: ECB vs. jouw spaargeld en pensioen
Gevolgen van lage rente: ECB vs. jouw spaargeld en pensioen
26 september, 2019 - door Alexandra
5 minEen paar weken geleden schreven we een blog over waarom onze pensioenen (misschien) gekort worden. Door de lage rente, verder aangestuwd door nieuwste renteverlaging van de Europese Centrale Bank (ECB), lijkt het er steeds meer op dat we die “misschien” wel kunnen weglaten. We leggen uit waarom de ECB de rente verlaagt, en wat voor jou de gevolgen van lage rente zijn.
Op 12 september werd duidelijk dat de ECB haar depositorente nog verder gaat verlagen. De depositorente van de ECB is de rente die banken ontvangen wanneer zij geld bewaren bij de ECB. Maar omdat deze rente al jaren negatief is, moeten banken betalen in plaats van dat ze geld ontvangen. De rente staat sinds 18 september op -0,5%, wat dus betekent dat Nederlandse banken op jaarbasis 0,5% moeten betalen aan de ECB. En het zijn geen kleine bedragen. Met de nieuwe rentestand betalen Nederlandse banken samen ongeveer €690 miljoen per jaar aan de ECB. Neemt de rente nog verder af, bijvoorbeeld tot -0,6%, dan neemt het bedrag toe tot €828 miljoen per jaar (het totaal bewaarde bedrag is €138 miljard, 0,6% daarover is €690 miljoen).
Niet genoeg inflatie
Maar waarom laat de ECB banken geld betalen voor het tijdelijk stallen van geld? De reden voor de negatieve depositorente is de lage inflatie. Inflatie is de stijging van de prijzen van goederen en diensten om je heen. Door een gezonde inflatie wordt een brood volgend jaar een klein beetje duurder, waardoor je minder brood voor hetzelfde geld kopen. Je geld is door inflatie op termijn dus minder waard.
Dat klinkt misschien negatief, maar het is heel belangrijk dat de inflatie stabiel is en prijzen heel geleidelijk stijgen. Het beste is als de inflatie net onder de 2% per jaar is. Geleidelijk stijgende prijzen zijn belangrijk omdat ze ook voorspelbaarheid betekenen. Als de prijzen niet ieder jaar een beetje hoger worden, maar juist lager, dan gaan mensen hun uitgaven en investeringen uitstellen. Want, als je weet dat een auto of huis over een jaar goedkoper is dan nu, dan houd je je geld nog wel even bij je. Als iedereen dat doet krimpt de economie.
Maar omdat we die 2% in Europa niet halen op het moment, is het aan de ECB om daar wat aan te doen. Eén van de manieren waarop de ECB de inflatie kan aanwakkeren, is door de depositorente te verlagen.
Betalen om te sparen?
Door de depositorente voor banken verder te verlagen naar -0,5%, wil de ECB dat banken ook de rente verlagen. Dit maakt het aantrekkelijker voor bedrijven om meer te investeren en minder aantrekkelijk voor mensen om te sparen. Het is dus de bedoeling dat iedereen geld uitgeeft, want dat is goed voor de economie.
Je hebt de afgelopen tijd vast gemerkt dat de spaarrente erg laag is: bij de meeste banken ligt ‘ie tussen de 0,02% en 0,03%. Maar het is in ieder geval nog íets. Een van de mogelijke gevolgen van de lage rente is dat banken een negatieve spaarrente gaan invoeren. Dan moet je dus betalen om te sparen. Dit is overigens iets waar veel banken echt nog niet aan willen denken. Het vergroot namelijk de kans dat mensen hun geld opnemen en onder hun matras stoppen. Dan zijn de banken nóg verder van huis.
Minder pensioen
Niet alleen je spaargeld wordt geraakt door het beleid van de ECB. De lage rentes drukken al jarenlang op het werknemerspensioen. Voor zo’n pensioen geldt dat jij als werknemer premie betaalt aan een pensioenfonds, met als doel dat dit geld later, als je het nodig hebt, meer waard is geworden.
Voor een deel wordt de pot van een pensioenfonds groter doordat een pensioenfonds de premies belegt in aandelen, obligaties en vastgoed. Maar voorheen werd die pot ook een stuk groter dankzij de spaarrente. Doordat deze rente nu zo laag is, groeit de pot nu minder snel. Er hangt dus veel meer af van de beleggingsresultaten van de pensioenfondsen. En zoals je weet, brengt beleggen risico’s met zich mee. Pensioenfondsen hebben nu dus minder zekerheid dat ze later ook nog genoeg geld in kas hebben. Daarom moeten ze nú meer geld in hun pot hebben om er zeker van te zijn dat ze al hun deelnemers later nog kunnen betalen.
Groot dilemma
Als gevolg zijn er twee mogelijke wegen: je moet meer betalen aan het werknemerspensioen, of je krijgt minder pensioen dan waar je op hoopte. Dit wordt ook wel een korting op de pensioenen genoemd. In een interview met De Telegraaf maakte DNB-president Klaas Knot duidelijk dat-ie wel een beetje klaar is met het uitstellen van kortingen: “Pensioenfondsen moeten een evenwichtige belangenafweging maken. Uitstel van korten betekent dat de rekening doorschuift naar jongere generaties.”
Een groot dilemma. Nemen we de pijn in één keer weg door de pensioenen die nu worden uitgekeerd, te verlagen? Of moeten we maar hopen dat de pensioenfondsen er de komenden jaren toch ineens beter voor staan? Met die vragen houdt de Tweede Kamer zich nu bezig.