Koers houden als wielrenner en belegger

Toen ik afgelopen week op de bank hing terwijl de Tour de France aanstond op tv, en ik twee uur later nog steeds aan het kijken was, viel me iets op. Namelijk dat beleggen en de Tour heel veel van elkaar weg hebben. Je moet namelijk koers houden, zowel als wielrenner als belegger. 

Ik moet eerlijk bekennen: ik ben geen wielerfanaat. Sterker nog, ik weet er bar weinig van. Maar toen ik als tekstschrijver begon bij Peaks, wist ik ook helemaal niks van beleggen. Gelukkig is daar altijd nog het wereldwijde web. En Tom, één van de oprichters van Peaks én een giga bron van kennis als het gaat om beleggen. Dat hij ook het een en ander van wielrennen weet is mooi meegenomen. Genoeg input dus voor mij om een blog over beleggen en wielrennen te schrijven.  

Het peloton en marktvolgers

Iedereen kent de term ‘peloton’ wel: de grote groep wielrenners die bij elkaar blijven gedurende de koers. Dit doen ze om energie te besparen, doordat de renners elkaar uit de wind houden. Samen staan ze sterker dan in hun eentje. Je kunt het peloton goed vergelijken met beleggers die de markt volgen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze de markt niet kunnen voorspellen, en dus in hun eentje niet een beter rendement kunnen behalen dan het gemiddelde rendement van wereldwijde aandelen en obligaties.  

Demarreren en actieve beleggers

Maar er zijn beleggers bij die denken dat ze het wél beter kunnen doen dan de rest. Die kopen en verkopen actief zelf aandelen en obligaties, omdat ze denken te weten welke beter gaan presteren dan anderen. Ze geloven niet dat het slim is om bij de grote groep, de marktvolgers, te blijven. Zo ook bij wielrennen: af en toe probeert een renner (of een paar renners) het toch alleen door te demarreren, oftewel te ontsnappen uit het peloton. Demarreren is nogal energie-intensief. 

Een geslaagde demarrage is onder meer afhankelijk van de fitheid van de koploper, het aantal koplopers, het moment in de wedstrijd en de welwillendheid van het peloton. Slechts een heel klein percentage wielrenners weet vooruit te blijven voor een aanstormend peloton. De meesten lukt het niet en worden weer ingehaald. Bij beleggen is dit ook zo: om succesvol te kunnen ‘demarreren’ als belegger, moet je heel goed weten wat er speelt in de wereld, welke bedrijven het goed gaan doen en welke niet. Eigenlijk moet je hiervoor in de toekomst kunnen kijken. En omdat niemand dat kan, heeft zelf aandelen en obligaties kiezen veel weg van een gok wagen. Daarom komt het een stuk vaker voor dat een actieve belegger een slechter rendement behaalt dan een belegger die de markt volgt. 

Lange adem

De Tour de France is dit jaar op 6 juli van start gegaan en bestaat uit 21 etappes. De ene keer is het een vlakke etappe, maar je hebt ook etappes met heuvels, bergen en dit jaar is er één ploegentijdrit. Wie na de finish in Parijs bovenaan het klassement staat – dat wil zeggen wie alle etappes van de Tour bij elkaar opgeteld het snelste heeft afgelegd – is de winnaar. Dat hoeft dus helemaal niet degene te zijn die als eerste over de finish komt in Parijs. Om de Tour te winnen moeten renners zich dan ook niet alleen maar bezighouden met een enkele etappe. Ze moeten continu bezig zijn met de hele ronde, en inschatten hoeveel energie en kracht ze hebben voor de resterende kilometers. 

Beleggen werkt op een vergelijkbare manier. De 21 etappes bij de Tour kun je bij beleggen zien als de jaren waarin je belegt. Want – we kunnen het niet vaak genoeg zeggen – beleggen doe je niet voor een jaartje (een enkele etappe), eerder voor een jaar of eenentwintig (voor de hele ronde). De kunst is om je niet te focussen op de pieken en dalen op de korte termijn, maar ver vooruit kijken. En dat je altijd in je achterhoofd houdt dat de economie op de lange termijn groeit, en – als je wereldwijd gespreid belegt –  jouw beleggingen dus ook.

Koers houden

En terwijl je onderweg bent, is het de kunst om koers te houden als belegger en wielrenner. Ben je niet meer in koers, dan betekent dat in wielerjargon dat je geen kans meer maakt om de wedstrijd te winnen. Zet je de koers naar je hand, dan fiets je op zo’n manier dat de omstandigheden in je voordeel werken. Koers houden dus, anders haal je de meet (de finish) niet. Eén verkeerde inschatting, één foutje, en de koers verandert drastisch. Net als op de beurs: daar verandert de koers – de waarde van een aandeel of obligatie – ook van minuut tot minuut. De koers maakt wielrennen én beleggen een spannende sport. 

Vermogen opbouwen 

In de wielersport én in het beleggen draait het allemaal om vermogen. Bij wielrennen gaat het erom dat je zo snel mogelijk fietst, en dit zo lang mogelijk kunt volhouden. Het opbouwen van zo’n vermogen kost veel tijd en discipline. Dit kun je bereiken met kleine stapjes, door regelmatig te trainen. Zo is ‘t ook bij beleggen. Wil je een groot vermogen opbouwen? Dan zul je – als je niet stinkend rijk bent – dat met kleine bedragen moeten doen. Hierbij is het slim om regelmatig in te leggen. Zo spreid je je risico, omdat je dan koopt tegen hoge en lage prijzen. Dit vlakt zich uit tot een gemiddelde.

Als je niet genoeg traint, of niet regelmatig geld opzij zet, dan houd je het simpelweg niet vol. En dat is misschien nog wel de belangrijkste overeenkomst tussen beleggen en wielrennen. Bij beide moet je volhouden, ook als het even tegenzit. Anders ga je nooit die wedstrijd winnen of een mooi rendement behalen. 

Weet dat je met beleggen risico neem en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.