De grootste risico’s bij beleggen en hoe je ze kunt verkleinen

Dit artikel is geüpdatet op 1 april 2021.

De grootste angst van veel beleggers: het verliezen van je inleg. Onze disclaimer zegt het al: “Weet dat je met beleggen risico neemt en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.” Hoe kun je een deel van je inleg verliezen? Dit kan als je beleggingen minder waard worden en je vervolgens je beleggingen met verlies verkoopt bijvoorbeeld. Hoezo worden je beleggingen soms (tijdelijk) minder waard? De volgende risico’s kunnen daar een grote rol in spelen:

Marktrisico

Als je in indexfondsen belegt, volgen je beleggingen de index die bestaat uit honderden aandelen of obligaties. Daarmee volg je dus als het ware de ontwikkeling van de economie. De economie groeit en krimpt en groeit en krimpt. Wat betekent dat je de waarde van je beleggingen ook omhoog en omlaag zal gaan. Het risico dat je beleggingen minder waard worden door de algemene economische situatie noemen beleggers met een moeilijke term ook wel marktrisico. Dit betekent dat de hele markt en vrijwel alle beleggingen in waarde dalen.

Tip 1: Beleg alleen met geld dat je niet nodig hebt 

Als je je geld niet nodig hebt, hoef je je beleggingen ook niet zomaar te verkopen. En zolang je je beleggingen niet met verlies verkoopt, kunnen ze weer in waarde toenemen. Dat is belangrijk om bij stil te staan: je maakt pas verlies, als je je verlies pakt. Houd daarom altijd de lange termijn voor ogen en beleg met geld dat je kunt missen. 

Tip 2: Spreid je inleg

Wat goed kan zijn voor je beleggingen is om niet in één keer al je geld in te leggen, maar juist in kleinere stappen. Zo stap je niet op één moment in, maar op meerdere: de ene keer zal de koers hoog staan, de andere keer laag. De toekomstige waarde van je beleggingen is dan minder afhankelijk van het moment van inleggen. 

Specifiek risico

Vervolgens heb je specifiek risico. Dit risico heeft geen betrekking op de hele markt, maar op het risico dat specifieke bedrijven in de problemen komen en hun aandelen en obligaties minder waard worden. Bijvoorbeeld omdat het bedrijf iets maakt, waar consumenten geen behoefte meer aan hebben of omdat een bedrijf iets doet wat niet mag en daarvoor boetes krijgt. Dit risico kan dus door van alles ontstaan en alle beleggingen hebben ermee te maken. 

Kredietrisico

Daarnaast heb je ook kredietrisico. Dit is het risico dat een onderneming of land waar je met obligaties in belegt (bijna) failliet gaat en je geen krediet (dividend of rente) meer ontvangt. Beleg je in een bedrijf of land en gaan ze bijna failliet, dan betalen ze je geen rente meer en zijn je beleggingen vrijwel niets meer waard. Gaan ze zelfs helemaal failliet, dan ben je ook nog je inleg kwijt. ‘t Is heel verstandig om ook dit risico te beperken.

Tip 3: Wed niet op één paard en spreid je beleggingen

Specifiek risico en kredietrisico zijn het grootst als je slechts aandelen en/of obligaties van één bedrijf koopt. Als je je beleggingen spreidt over verschillende bedrijven in verschillende sectoren in verschillende delen van de wereld, zoals je doet met de indexfondsen bij Peaks, minimaliseer je dit risico. Gaat er een bedrijf failliet, dan staan er tegelijkertijd nog zoveel overeind dat je het waarschijnlijk amper merkt.

Te hoge kosten

Als het percentage dat je aan kosten betaalt hoger is dan het verwachte rendement, is er een grote kans dat je beleggingen je niet iets opleveren, maar juist geld kosten. Dit is een risico bij beleggen dat vaak over het hoofd wordt gezien. De kosten kunnen vooral bij beleggers die actief het nieuws volgen en proberen precies op tijd in te spelen op de koersbewegingen aardig oplopen. Zij kopen en verkopen veel meer dan een belegger die de markt niet probeert te voorspellen. En transacties kosten geld. Het is voor het rendement van je beleggingen juist goed als je kosten zo laag mogelijk zijn. Te hoge kosten kunnen ook voorkomen wanneer je te weinig geld belegt. De vaste kosten van het beleggen (bij Peaks de pakketkosten en variabele kosten) kunnen dan procentueel behoorlijk hoog zijn. 

Tip 4: Houd je beleggingen vast

Je kunt de kosten drukken door niet constant beleggingen te kopen en verkopen. Als je regelmatig een bedrag inlegt en je beleggingen vasthoudt, betaal je minder transactiekosten dan wanneer je iedere dag actief handelt op de beurs. Over het algemeen weten actieve beleggers niet beter dan andere beleggers hoe de toekomst eruit ziet. Niemand heeft immers een glazen bol. Houd dus altijd de lange termijn voor ogen en houd je beleggingen vast. 

Tip 5: Leg genoeg in

Als je te weinig inlegt, maar wel kosten maakt, worden je beleggingen minder waard. Daarom is het belangrijk genoeg in te leggen. Hoe minder je inlegt, hoe zwaarder de kosten wegen op je verwachte rendement. Dus hoe meer je inlegt, hoe lichter de kosten wegen en hoe groter de kans dat je beleggingen een goed rendement behalen en blijven groeien.

Regelmatig inleggen voorkomt dat je te weinig geld belegt en relatief gezien veel kosten betaalt. Je totale inleg neemt immers steeds verder toe en daardoor dalen de kosten procentueel gezien.

Een voorbeeld: de kosten van het Start-pakket van Peaks bedragen €0,99 per maand en 0,5% op jaarbasis. Als je na een jaar slechts €100 hebt ingelegd, zijn de kosten dus hoger dan 12%. Je moet dan wel een heel hoog rendement halen om dat goed te maken. Beleg je na een jaar €1.000 dan zijn de kosten procentueel gezien een stuk lager, zo'n 1.7%. Het rendement dat je moet maken om uit de kosten te komen, is daarmee veel lager.

Weet dat je met beleggen risico neemt en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.